Songs from the Second Screen
29 september 2006
28 september 2006
Ober
Regie Alex van Warmerdam Cast Alex van Warmerdam, Ariane Schluter & Thekla Reuten Speelduur 97 minuten Jaar 2006
Zelf omschrijft schrijver, regisseur en acteur Alex van Warmerdam zijn zesde speelfilm als een reactie op zijn vorige film Grimm, waarin Jacob Derwig en Halina Reijn naar Spanje vluchten nadat ze door hun vader zijn achtergelaten in het bos. Grimm kent weinig dialoog en de meeste scènes zijn buiten op locatie geschoten. Met Ober keert Van Warmerdam terug naar de meer hermetische stijl van Abel, zijn met een Gouden Kalf bekroonde debuut uit 1986, dat zich kenmerkt door een nadruk op interieur en absurdistische dialoog. Ook in zijn nieuwste speelt de regisseur zelf de hoofdrol. Hij speelt ober Edgar, een ongelukkige man van vijftig die letterlijk verhaal gaat halen bij zijn schepper: de schrijver van zijn levensverhaal.
Alex van Warmerdam haalt in zijn film- en theaterwerk steevast de tragiek van zijn immer tobbende personages naar voren door ze absurde dingen te laten zeggen en doen. Toch zijn het vaak heel herkenbare reacties, die juist door intonatie en timing die typische Van Warmerdamcombinatie van hilariteit en mededogen oproepen. In Ober zit direct aan het begin al zo'n voorbeeld als Edgar het hele restaurant in zijn eentje bedient omdat collega Walter niet van het toilet af wil komen. Als Edgar een biefstukje op de grond laat vallen, schuift het pardoes onder de deur de wc in. Zijn reactie: "Joh, geef die entrecote eens een duwtje", waarna hij hem teruglegt om aan de klant te serveren.
Ontevreden is Edgar niet alleen in zijn werk. Thuis heeft hij een liefdeloos huwelijk met zijn bedlegerige vrouw, zijn buren terroriseren hem door afval in zijn tuin te gooien en zijn minnares Victoria zeurt constant aan zijn kop. Als een van zijn klanten hem op een avond hardhandig op zijn slappe werkhouding wijst, is de maat vol. Hij stapt naar Herman, de schrijver van zijn levensverhaal, een rol van Vuurzee-acteur Mark Rietman, om een beetje geluk af te dwingen. Deze is tegen beter weten in bereid tot een concessie en op voorwaarde dat Edgar hem verder met rust laat, schrijft hij er voor zijn fictieve personage een nieuwe minnares bij: de mooie Stella.
Helaas voor Edgar blijft het bij deze ene verzachtende omstandigheid, want de terreur van zijn buren wordt steeds erger, de broer van Victoria slaat hem in elkaar en pech achtervolgt hem overal waar hij gaat. Steeds opnieuw beklaagt hij zich bij zijn schepper om zijn leven wat draaglijker te maken: "Wat is dit voor kloteverhaal!" schreeuwt hij uit. Ook Suzie, de vriendin van de schrijver, gespeeld door Thekla Reuten, bemoeit zich ermee en schrijft zelfs hele passages als haar vriend even niet oplet. Met haar bemoeienis worden de verhaallijnen absurder en absurder. Hoogtepunt is een vervreemdende, David Lynch-achtige scène waarin René van 't Hof als winkelbediende een pijl en boog aan Edgar verkoopt.
In Ober schept Van Warmerdam wederom een flink aantal prettig gestoorde, tobberige personages die zoeken maar nooit vinden. Personages die herkenbaar zijn in hun vaak kleinzielige besognes, maar ver van je afstaan als in zichzelf gekeerde toneelfiguren. De toevoeging van het zelfreflectieve schrijversproces van Herman levert een extra laag op die naadloos aansluit bij de sfeer en thematiek van het beste werk van Van Warmerdam. Ook in Ober ligt zijn kracht in de creatie van een gestileerd keurslijf waarin zijn personages ondanks die gekunsteldheid zodanig tot leven worden gewekt dat ze beurtelings medelijden en hilariteit op weten te roepen.
(i.o.v. Filmtotaal, copyright pictures: Victor Arnolds)
21 september 2006
World Trade Center
Regie Oliver Stone | Cast Nicholas Cage, Michael Peña & Maggie Gyllenhaal | Speelduur 129 minuten | Jaar 2006
Oliver Stone brengt met World Trade Center de gebeurtenissen van 11 september 2001 terug tot een sentimenteel uitgewerkt verhaal van geloof, hoop en liefde. Subtiel is Stone nooit geweest, maar niet eerder bracht hij zijn boodschap op zo'n volvette manier naar het scherm. Aan de hand van drie met elkaar verbonden verhaallijntjes schets World Trade Center dat er die dag niet alleen veel slechts gebeurde, maar vooral ook veel goeds. Het is het waar gebeurde verhaal van de twee politieagenten John McLoughlin en Will Jimeno, die op die zwarte dag vijf jaar geleden vast kwamen te zitten onder de ingestorte Twin Towers. Bepakt met materieel waren de twee met een klein team net op weg naar de een van de twee torens toen ze bedolven werden onder het puin van de zuidtoren.
De acteurs Nicolas Cage en Michael Pena naast de werkelijke John McLoughlin en Will Jimeno
Naast het verhaal van de politieagenten volgen we ook dat van hun familie die in grote onzekerheid over hun lot het nieuws afwacht en dat van een vrijwillig hulpverlenende marinier die zijn agressie over de aanslag omzet in daadkracht door met gevaar voor eigen leven op zoek te gaan naar overlevenden onder de vele lagen smeulende puin. World Trade Center is het waarheidsgetrouwe verslag van een dag uit het leven van John McLoughlin en Will Jimeno, zodat we alleen zien wat zij daadwerkelijk die ochtend zagen, en dus is de film gespeend van exacte reconstructies of achtergronden van de aanslag.
Met dezelfde stomme verbazing als de miljoenen kijkers voor hun televisie staan zij die ochtend op Manhattan aan de grond genageld te staren naar het onmogelijke wat recht voor hun ogen plaatsvindt. Zij moeten echter aan het werk, maar veel kunnen de agenten niet uitrichten want voor zij er erg in hebben, ligt hun team al bedolven na de kortstondige, maar ijzingwekkende scène van de instorting. Enkele meters van elkaar verwijderd, houlden de collega's elkaar in leven door te blijven praten. Hun gesprekken gaan vooral over hun vrouwen, gespeeld door Maria Bello en Maggie Gyllenhaal, en hun families die we steeds tussendoor zien wachten en wachten.
Van begin tot eind is World Trade Center een lofzang op de hoop geworden. De schok die door de hele wereld ging op 11 september 2001 is nauwelijks verbeeld in de film, die zich specifiek richt op de persoonlijke tragedie. Terwijl hun families zich in een waas van onzekerheid bevinden, zitten hun mannen diep onder het puin in een soort vagevuur te lijden en te bidden voor verlossing. Zelfs Christus komt nog langs in een waanbeeld alvorens ze het verlossende licht van de zaklamp van de reddende marinier zien. Maar hoe waarheidsgetrouw Oliver Stone's nieuwste ook is, het heeft weinig meer te bieden dan de woensdagavondfilm op RTL4. Hun gedachten gaan uit naar hun vrouw en kinderen en hoe ze sommige dingen anders hadden willen doen in hun leven. Hele reële gedachten, maar dramatisch te weinig interessant om te boeien. Want in de aanpak van Stone maakt het geen enkel verschil of McLoughlin en Jimeno nou onder de Twin Towers liggen, in Turkije onder de resten van een aardbeving liggen of onder een modderstroom in Indonesië en dat is een gemiste kans.
20 september 2006
Honour of the Dragon
Regie Prachya Pinkaew | Cast Tony Jaa, Petchtai Wongkamlao & Bongkoj Khongmalai | Speelduur 109 minuten | Jaar 2005
Wat hebben we er lang op moeten wachten. Sinds de Thaise première in augustus 2005 werd de internationale release steeds opnieuw uitgesteld. Misschien lag dat aan de titel of aan de lengte, want over beide aspecten zijn door distributeurs lange discussies gevoerd. In Thailand werd de film uitgebracht als Tom yum goong, de naam van een Thaise soep, maar omdat die titel te onduidelijk zou zijn en er geen consensus bestond over een betere naam werd de film uitgebracht onder uiteenlopende titels als The Protector, Warrior King en Ong-Bak 2. Over de lengte werd ook stevig gediscussieerd, want terwijl in de V.S. slechts een verkorte versie van anderhalf uur is te zien, behoudt de film in Nederland de volle 108 minuten. Gelukkig wordt het wachten ruim beloond, want in Honour of the Dragon is Tony Jaa wederom in bloedvorm.
Tony Jaa springt door een hoepel van prikkeldraad in Ong-Bak
De dertigjarige Tony Jaa begon pas in 1997 als stuntman, en is sindsdien overal uitgeroepen tot dé nieuwe belofte van de martial-arts film. Zo wordt Jaa nu al genoemd in het rijtje Bruce Lee, Jackie Chan en Jet Li, al zal de toekomst uit moeten wijzen of de aimabele Thai dat waar zal kunnen maken. Tot nog toe heeft hij pas enkele titels op zijn naam staan, waarvan Ong-Bak: Muay Thai Warrior veruit de belangrijkste. Daar liet hij de wereld voor het eerst echt kennis maken met zijn kunsten en dat zijn er nog al niet wat: al in de eerste paar scènes zien we hem zonder enige trucages enorm gecompliceerde trappen uitdelen en met gestrekte benen door een heuse autoband springen om uiteindelijk een gestolen Buddha-beeld terug te krijgen.
Met Honour of the Dragon overtreft Tony Jaa zijn vorige prestaties met gemak. Hij zet zich in de rol van de eenvoudige dorpeling Kham voor de volle honderd procent in om een gestolen babyolifant terug te brengen naar zijn dorp. En de klok tikt, want als hij niet op tijd is, komt het olifantje namelijk op het menu te staan van een illegaal restaurant met beschermde dieren als specialiteit. Wat volgt is een met humor doorspekte achtervolging vol fantastische gevechten waarin hij de ene na de andere tegenstander aftroeft met zijn onnavolgbare Muay Thai vechttechniek. Want hoe vreedzaam de Thai in de regel ook mogen zijn, als je het in je stomme kop haalt om aan hun olifant te zitten, dan is het foute boel.
Als na anderhalf uur het gebrek aan plot en ontwikkeling de film parten dreigt te gaan spelen, verschijnt daar ineens het reusachtige worstel-zwaargewicht Nathan Jones, zonder twijfel een van de ogenschijnlijk meest onoverwinnelijke tegenstander die je ooit eerder zag in een grote martial-arts film. Twee jaar geleden was deze Jones, als worstelaar bekend onder de veelzeggende namen Megaman en Colossus, overigens al te zien als tegenstander van Brad Pitt in Troy van Wolfgang Petersen. Tegenover Jaa wordt het een gedenkwaardiger strijd, want al is het nieuwigheidje van de bijna onnavolgbare acties van Tony Jaa er na Ong-Bak misschien af, regisseur Pinkaew levert met Honour of the Dragon weer een uiterst vermakelijke film af waarin het talent van Tony Jaa de grootste attractie is.
(i.o.v. Filmtotaal, copyright pictures: RCV)
19 september 2006
My Super Ex-Girlfriend
Regie Ivan Reitman | Cast Uma Thurman, Luke Wilson & Anna Faris | Speelduur 95 minuten | Jaar 2006
Superhelden films zijn big business. Of ze nu worden bejubeld of afgekraakt in film -en dagbladen, vrijwel allemaal doen ze het goed tot zeer goed aan het loket en die opbrengsten liegen er niet om. De twee hoog gewaardeerde Spiderman-films kostten samen inclusief de marketing bijvoorbeeld zo'n 350 miljoen euro, maar brachten vervolgens een dikke 1,2 miljard op. En zelfs het minder interessante The Fantastic Four deed het heel redelijk met een nettowinst van 165 miljoen euro. Ivan Reitman, bekend van Ghostbusters en Six Days Seven Nights pikt een graantje mee van de hype en brengt een superhelden-relatiekomedie: "Breaking up is never easy. Try breaking up with a superhero!"
Promotieposter voor Iron Man
Het beste bewijs van het succes van films over wezens met bovennatuurlijke krachten is stripgigant Marvel Comics. Zij zijn er sinds kort achter dat ze het in het verleden veel te veel geld te hebben laten liggen door hun melkkoeien, waaronder Spider-Man, X-Men en Hulk, steeds voor een schijntje uit te hebben geleend aan de filmstudio's, die er vervolgens schatrijk van werden. Recentelijk is Marvel Comics dan ook begonnen met het in eigen beheer produceren van films gebaseerd op hun eigen strips, zodat ze vanaf 2007 met onder andere The Hulk 2 en Iron Man zo zelf de volledige winst op kunnen strijken.
In Hollywood worden er dan ook alleen maar meer stoelen aangeschoven aan de tafel waar die grote superheldentaart steeds opnieuw wordt aangesneden. Want dat is nog altijd een gouden regel in de filmindustrie: sleutel nooit aan een succesformule, maar melk die uit tot er niets meer te halen valt. En onzekere tijden voeden de behoefte aan krachtige figuren die als eigen rechter en beul optreden, dus ook voor de komende jaren staan er nog vele tientallen op stapel, waaronder sequels (Hellboy 2 en Spiderman 3), prequels (Wolverine), remakes (Flash Gordon) en zelfs een enkele nieuwe die we nog niet eerder op het witte doek zagen, zoals Iron Man en Ghost Rider.
My Super Ex-Girlfriend is een van de vele, vele uitwassen van de populariteit van het genre. Uma Thurman komt hier als G-Girl overigens weinig aan het redden van mensen toe, want ze heeft het te druk met haar moeizame relatie met Luke Wilson. G-Girl blinkt naast snelle omkleedpartijtjes en ruwe sex namelijk vooral uit in jaloers, bezitterig en manipulatief gedrag. Nadat ze gedumpt wordt, blaast ze hem als eerste reactie met haar bovenmenselijke adem tegen de koelkast, maar al snel slingert ze een levende haai in zijn appartement. Met deze weinig om het lijf hebbende komedie doet Ivan Reitman een slap duitje in het superheldenzakje, waarmee de studio desalniettemin best tevreden zal zijn.
(i.o.v. Filmtotaal, copyright piuctures: 20th Century Fox)
14 september 2006
China Blue
Regie Micha X. Peled Speelduur 87 minuten Jaar 2005
Velen herinneren zich nog wel zo'n gezellige kruidenier waar het zoethout in een glas op de toonbank stond en waar je bijna niets zelf mocht pakken. De kans is groot dat die eigenaar zijn zaakje al lang geleden heeft moeten opdoeken omdat hij de concurrentie met de supermarkten en warenhuizen niet aankon. In China zal zo'n winkel om die reden niet zo snel verdwijnen. Daar gaat men gewoon door met concurreren door de lonen van de arbeiders te verlagen. En te verlagen. En te verlagen. China Blue biedt voor de allereerste keer een kijkje achter de normaal gesproken potdichte deuren van een fabriek in China. Met de hete adem van de Chinese politie in zijn nek ging regisseur Micha X. Peled op onderzoek uit in een spijkerbroekenfabriek waar de arbeidsomstandigheden mensonterend zijn.
Het kostte de productie enorm veel moeite om een fabriek te vinden waar ze in volledige vrijheid mochten filmen. Uiteindelijk hapte een directeur toe die het een eer vond om in een Amerikaanse film te mogen spelen. Zijn fabriek is ontegenzeggelijk een van de betere van het land, maar dan nog werken de arbeiders er minimaal elf en maximaal vierentwintig uur per dag. Ze mogen tijdens hun dienst twee keer naar de wc en wonen vlak naast de fabriek met twaalf personen op één kamer waar ze moeten betalen voor warm water. En nee, het loon wordt niet netjes iedere maand op dezelfde dag uitbetaald. Het is steeds maar weer afwachten wanneer het komt en hoeveel het is.
Dat geldt ook voor het jonge meisje Jasmine dat op zestienjarige leeftijd werk vindt in de spijkerbroekenfabriek. Ze wordt te werk gesteld als draadjesknipper, wat inhoudt dat ze voor vijf eurocent per uur de losse draadjes van broeken afknipt. Na zeven uur 's avonds is de officiële werkdag afgelopen, maar Jasmine werkt geregeld langer door. Dat kan oplopen tot wel vijfendertig uur extra per week. Onbetaald, want overwerk wordt nooit vergoed. Door de krankzinnige werktijden slaapt Jasmine zelden meer dan vier uur per nacht. Als haar eerste, slopende maand is afgelopen, hoort ze dat ze geen loon krijgt, maar overstappen naar de concurrent doet ze niet, want niemand wil het risico lopen om ook daar de eerste maand niet betaald te krijgen. Klagen heeft geen zin, want vakbonden zijn verboden en voor elke vacante plek zijn er in China niet tien, maar duizenden gegadigden.
Door niet alleen de arbeiders te volgen, maar ook de trotse directeur Lam en zijn staf reikt China Blue verder dan een oppervlakkige verkenning van ellende. Het eenzijdig verhogen van de arbeidslonen is namelijk niet de allesomvattende oplossing van dit probleem. Verhelderend is een gefilmd gesprek tussen de directeur en een Engelse importeur over een grote bestelling spijkerbroeken. De importeur biedt niet meer dan €2,75 per broek. Vraagt meneer Lam meer, dan gaat de importeur simpelweg naar een concurrerende fabriek waar de arbeiders in nog slechtere omstandigheden werken. Lam zakt dus met zijn prijs in de overtuiging dat hij die bewuste order alleen winstgevend kan houden door de lonen nog verder te verlagen.
China Blue maakt pijnlijk duidelijk dat er alleen een einde kan worden gemaakt aan deze erbarmelijke situatie door het instellen van minimumlonen en dat hand in hand te laten gaan met het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, het toestaan van vakbonden en het onmiddellijk stopzetten van de oneerlijke handelsprijzen die ketens als Wal-Mart, McDonald's, Nike en Disney voeren om hun eigen winstmarges zo hoog mogelijk te houden. Een veelbetekenend moment in de documentaire is de scène waarin een aantal vertegenwoordigers een kijkje komt nemen in de fabriek. Zonder ook maar een millimeter verder te kijken dan hun hypocriete, kapitalistische neus lang is, vragen ze uitgerekend de directeur naar het welzijn van zijn werknemers: "Oh yes, workers very happy."
(i.o.v. Filmtotaal, copyright pictures: A-Film)
08 september 2006
C.R.A.Z.Y.
Regie Jean-Marc Vallée Cast Michel Côté, Marc-André Grondin & Danielle Proulx Speelduur 127 minuten Jaar 2005
Zachary Beaulieu wordt geboren op 25 december 1960 en heeft daardoor al op jonge leeftijd een grondige hekel aan Kerstmis. Ieder jaar weer die veel te lange nachtmis en dan de kado's die iedereen krijgt ..., want al ontvangt hij steevast het grootste kado, het is nooit iets dat hij echt wil. En daarmee is eigenlijk zijn grootste probleem onthult: Zac weet niet wat hij wil of wie hij is. Het liefste is hij gewoon zoals iedereen, dus als blijkt dat hij zich tot mannen aangetrokken voelt, doet hij er alles aan om dat tegenover zichzelf en zijn omgeving te ontkennen. Vooral zijn vader maakt het hem daarmee echter erg moeilijk.
Rond zijn zesde adoreert Zac zijn vader Gervais. Als papa hem ophaalt van school zien zijn vriendjes vol bewondering hoe deze een kring van sigarettenrook uitblaast. Als papa's lieveling voelt hij zich speciaal en dat is goed. Maar als wordt betrapt in zijn moeders kleren en sieraden, leest hij afkeuring in de ogen van zijn vader en daarmee is het gedaan met hun speciale band. Want Gervais is ondanks zijn liefde voor melodramatische muziek een typische macho-man die geen slap gedrag tolereert. Zijn zoon een mietje? Hij stuurt hem naar de psychiater en dwingt zijn vrouw er met niemand over te praten. Zoonlief weet het allemaal niet meer en worstelt zich door de jaren heen. Zo maakt hij zich bijvoorbeeld wijs dat als je een pittige sneeuwbui overleeft, je stoer bent en dus geen homo.
C.R.A.Z.Y. is een coming-of-age film uit het boekje. Vanaf de nog ongeboren Zac in de buik van zijn moeder stappen we in twee uur tijd met zevenmijlslaarzen door zijn jeugd en adolescentie. Met de jaren stapelen zich de obstakels en keuzemomenten op die noodzakelijk zijn voor Zacs persoonlijke groei. Van bedplassen tot vechten op school, en van de glamrock van David Bowie tot de punk van The Sex Pistols. Zijn seksuele geaardheid is in deze met Canadese prijzen overladen film van Jean-Marc Vallée het centrale thema, en vormt de kapstok van een warm en fantasievol familiedrama dat is omlijst door een prachtig opgeroepen tijdsbeeld van de jaren zeventig.
Naast het kleurrijke productie design en de fantastische muzikale omlijsting wint de film vooral sympathie door de acteurs Michel Côté als Gervais en Marc-André Grondin als Zachary. Temidden van de snel gemonteerde, soms absurde en Amélie-achtige scènes brengen zij hun personages echt tot leven, waardoor de film ontsnapt aan eenzijdige visuele spierballerij. Niet dat C.R.A.Z.Y. nou direct uitmunt in zijn diepgang of als drager van nieuwe inzichten, maar de film slaagt er wel in om het nog altijd moeilijk in de markt liggende onderwerp van de coming-out van een homoseksuele jongen met een combinatie van visuele flair, humor en drama te brengen zonder daarbij te geforceerd of oppervlakkig aan te doen.
(i.o.v. Filmtotaal, copyright pictures: A-Film)
Grbavica
Regie Jasmila Zbanic Cast Mirjana Karanovic, Luna Mijovic & Leon Lucev Speelduur 90 minuten Jaar 2005
Tien jaar geleden eindigde de burgeroorlog in Sarajevo, en de littekens zijn nog maar al te zichtbaar. Met name de wijk Grbavica kreeg het zwaar te verduren. Drie jaar lang werden vanuit die plek inwoners gemarteld en verkracht. Met de film Grbavica roept debuterend regisseuse Jasmila Zbanic op om het zwijgen daarover te doorbreken. Zelf woonde Zbanic tijdens de belegering op steenworp afstand van Grbavica, maar ondanks die directe betrokkenheid is de toon hier niet beschuldigend, maar juist hoopvol. De centrale boodschap is niet mis te verstaan: pas wanneer je de confrontatie aangaat met je eigen demonen, kun je verder en ben je in staat om je te kunnen ontwikkelen als mens, als stad en als land. In Berlijn won Grbavica verassend de Gouden Beer met dit weliswaar ontroerende, maar ook weinig diepgravende debuut.
1992 had zo'n mooi jaar moeten worden voor Bosnië-Herzegovina. De onafhankelijkheidheidsverklaring werd op 5 april getekend en Sarajevo verkozen tot hoofdstad van de nieuwe staat. Nog diezelfde dag ging het mis. Tijdens een demonstratie schoot een onbekende schutter een studente dood. Direct daarop verschansten het Joegoslavische Volksleger zich met een leger van Bosnische Nationalistische Serviërs in de bergen rondom de stad. Dik drie jaar lang werd Sarajevo beschoten en gebombardeerd. Alhoewel de manschappen er niet in slaagden de hele stad in te nemen, werd wel de wijk Grbavica bezet waarna duizenden werden gemarteld en verkracht. Met gemiddeld zo'n vierduizend granaten per dag en zonder gas, water en elektriciteit moet het een uitzichtloze hel zijn geweest. Meer dan tienduizend inwoners overleefden het niet.
Grbavica belicht het verhaal van één vrouw uit de gelijknamige wijk. In het symbolische openingsbeeld zien we tientallen vrouwen zij aan zij slapend naast elkaar. Alleen Esma -een rol van Emir Kusturica's vaste actrice Mirjana Karanovic- heeft haar ogen geopend. Ze is een alleenstaande moeder en kan slechts in haar onderhoud voorzien door twee banen te combineren: overdag de fabriek en 's avonds serveerwerk in een nachtclub. Zoals iedereen in Sarajevo is ook Esma getekend door het verleden. Ze wil het alleen niet weten en ploetert zich iedere dag voort naar de volgende. Er zijn speciale vrouwenbijeenkomsten die ze bezoekt, maar Esma is nog lang niet zo ver om haar hart te luchten. Haar ogen zijn dan ook niet geopend als teken van bewustwording, maar simpelweg omdat ze de slaap niet kan vatten door haar onverwerkte verleden.
Ook haar dochter Sara houdt zich stoerder dan ze is. Op school bijt ze van zich af en laat zich door niemand wat wijsmaken. Haar identiteit is voornamelijk gestoeld op de overtuiging dat haar vader als moedige soldaat is gesneuveld voor gezin en vaderland. Langzaam komt haar moeder er achter dat Sara's stuurse gedrag wordt veroorzaakt door het verkeerde voorbeeld dat zij zelf geeft door alles dood te zwijgen. En het is die allesverbloemende zelfredzaamheid waartegen de film zich afzet. Gezien het onderwerp is Grbavica een verbazingwekkend luchtige vertelling geworden. Een film waarvan de kracht niet zozeer ligt in getoonde diepgang of originele invalshoeken, maar in de sympathieke portrettering en bemoedigende les waarmee Jasmila Zbanic het publiek achterlaat.
(i.o.v. Filmtotaal, copyright pictures: Cinemien)