Songs from the Second Screen

06 mei 2008

Deze weblog wordt niet meer bijgewerkt!

Vanaf 5 mei 2008 is The Cult Corner online en wordt dit blog niet meer bijgewerkt.


Klik
hier om te worden doorgelinkt naar The Cult Corner !





Illustratie: Job, Joris en Marieke

23 april 2008

La Maison

Regie Manuel Poirier Cast Sergi Lopez, Bruno Salomone & Bérénice Béjo Speelduur 95 minuten Jaar 2008



Sinds zijn debuut in 1984 analyseert schrijver/regisseur Manuel Poirier de breekbaarheid van mensen en van hun fragiele, onderlinge relaties. In films als Western en Chemins de traverse houdt de Peruaan een vergrootglas boven het kleine menselijke leed, waarmee hij de mechanieken daarachter tracht bloot te leggen. Of hij daarin slaagt, hangt af van de individuele kijker, want maar al te vaak wordt hem verweten uitermate saaie, banale films te maken. Ook in La Maison, alweer zijn negende samenwerking met de Spaanse acteur Sergi Lopez, richt Poirier zich op een alledaags thema: het tevergeefs vasthouden aan herinneringen.



Sergi Lopez speelt de rol van Parijzenaar Malo, een vader die midden in een echtscheiding zit en op een punt in zijn leven is gekomen waarin hij vele belangrijke keuzes moet, maar niet durft te maken. Ook nu hij zijn oude leventje moet afsluiten, laat hij steeds opnieuw anderen voor hem de beslissingen nemen en komt hij er maar niet toe om een daadwerkelijke stap vooruit te zetten. Niet voor niets staat hij in de openingsscène met zijn kinderen maar te wachten en te wachten om de straat over te steken. In La Maison staat echter niet Malo, maar een huis centraal. Tijdens een autorit door het platteland zien Malo en zijn vriend Rémi een oud huis te koop staan, dat ze na inspectie allebei wel zouden willen kopen.


Rémi ziet het wel zitten om eindelijk eens een huis helemaal zelf in te richten en Malo wil met die koop eindelijk met zijn eigen leven beginnen. Als de twee voor het eerst rondsnuffelen in het huis vindt Malo een brief van een kind dat is gericht aan haar vader. De brief prikkelt hem om contact op te nemen met de eigenaresses, twee zussen die het huis tegen hun zin laten verkopen om de schuld van hun overleden vader af te betalen. Samen met de jongste zus komt Malo terecht in een spiraal van herinneringen, diepe melancholie en onverwerkte kindertrauma’s. Met de veiling op komst, moet Malo dan toch eindelijk een volwassen keuze maken, maar of hij daartoe in staat is?



Met zijn zwijgzame, stugge houding en absoluut kleurloze leventje is Malo geen bijzonder aantrekkelijk personage geworden. Uit het leven gegrepen, zou je kunnen zeggen, maar door zijn rol zo summier uit te schrijven maakt regisseur Manuel Poirier het de kijker niet gemakkelijk om zich te verplaatsen in Malo’s beweegredenen. Daarvoor is het thema van een huis als anker van herinneringen misschien ook te algemeen en onbeduidend. Door de personages schetsmatig neer te zetten, is er daarnaast nauwelijks sprake van overtuigende dynamiek tussen Malo en zijn omgeving. Sympathie hoeft een filmpersonage niet op te wekken, maar wel interesse, en daarin slaagt La Maison maar ternauwernood.

(i.o.v. FilmTotaal, copyright pictures: BFD)

15 april 2008

AFFF-blog

Klik hier voor een dagelijks verslag vanaf het Amsterdam Fantastic Film Festival

07 april 2008

Doomsday slotfilm AFFF



Zaterdag 19 april sluit het 24ste Amsterdam Fantastic Film Festival af met de slotfilm Doomsday van de Britse regisseur Neil Marshall, bekend van The Descent en Dog Soldiers.

Marshalls nieuwste wordt op 19 april in drie kopieën simultaan vertoond in Pathé Tuschinski Arthouse 4, 5 en 6. Aanvang van alle voorstellingen is 20.00 uur. Voorafgaand aan de slotfilm worden de winnaars van de Black Tulip Award en de Zilveren en Gouden Méliès bekendgemaakt.



In Doomsday wordt het voortbestaan van Engeland bedreigd wanneer 25 jaar in de toekomst een eerder bedwongen virus opnieuw uitbreekt. In het volledig ommuurde Schotland is misschien een vaccin te vinden, maar dan moet een commando-eenheid onder leiding van Eden (Rhona Mitra) eerst de nodige gemotoriseerde bendes, kannibalistische barbecues en ridders te paard trotseren. Er dendert zelfs een kudde koeien voorbij plus een opgefokt legertje hanenkammen in een antieke stoomtrein.

Doomsday wordt regulier uitgebracht door RCV Entertainment en is vanaf 24 april te zien in de Nederlandse bioscopen.

08 maart 2008

Night of Terror in Tuschinski




Op zaterdagnacht 12 april zal vanaf 00.30 uur Tuschinski 1 worden bevolkt door een horde bloeddorstige horrorliefhebbers. De nachtelijke horrormarathon Night of Terror is na jaren weer terug in Tuschinski en presenteert dit jaar een zeer sterk programma in deze volgorde:

00.30: [Rec]
02.30: Hatchet
04.30: Inside
06.30: The Rage

De Spaanse monsterhit [REC], een ‘live televisieverslag’ van een virusuitbraak in Barcelona van de regisseurs Paco Plaza en Jaume Balaguero staat te boek als een nailbiter van formaat, en wordt gelukkig vanaf 17 april 2008 ook in het hele land uitgebracht door Paradiso Filmed Entertainment.





Het Amerikaanse HATCHET is een zwarte komedie van Adam Green. INSIDE is een Franse horrorfilm over een psychopate die het huis van een zwangere vrouw binnendringt. De regie is in handen van Alexandre Bustillo & Julien Maury. De marathon wordt afgesloten door het Amerikaanse THE RAGE, waarin een krankzinnige geleerde met een besmettelijk virus experimenteert en de hilarische special make-up effects de kijker ouderwets om de oren vliegen. Regie: Robert Kurtzman.

Meer informatie over het bestellen van kaarten staat vanaf begin april op afff.nl

21 februari 2008

John Rambo

Regie Sylvester Stallone Cast Sylvester Stallone, Julie Bentz & Paul Schulze Speelduur 90 minuten Jaar 2008







Exact twintig jaar na Rambo III komt Sylvester Stallone met dit laatste deel van de serie. Ditmaal regisseerde Stallone zelf, net zoals hij vorig jaar het afsluitende deel van de Rocky-serie voor eigen rekening nam. Zelf verklaarde Stallone dat hij deze twee karakters nooit meer zal spelen en dat is gezien zijn leeftijd misschien maar goed ook. Want het houdt een keer op natuurlijk, zelfs al heb je nog kilo’s spieren en een mooie bandana. Maar nog belangrijker is dat in tegenstelling tot Rocky Balboa dit laatste Rambo-deel nóg minder om het lijf heeft dan het vorige.




Geen enkele filmmaker zou in principe rekening hoeven te houden met zijn kijker, want films behoor je te maken als vorm van zelfexpressie. Waarom op voorhand nadenken over wat je toekomstige publiek wel of niet wil zien, of wat ze misschien als een overbodige toevoeging op de serie zullen gaan beschouwen. Je maakt wat je wilt en ziet dan wel hoe het wordt ontvangen. Toch zal voorafgaand, tijdens en na het filmen van bijvoorbeeld Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull en The Dark Knight gedurende lange schrijfsessies, vergaderingen en postproductie wekenlang zijn geschaafd om te proberen de potentiële kijkers zo tevreden mogelijk te doen stemmen. Tegen mijn verwachting in lijkt dit bij John Rambo echter geenszins het geval te zijn geweest.




In dit vierde deel woont John Rambo teruggetrokken in de Noord-Thaise stad Mae Sot, waar hij slangen vangt voor de dagelijkse slangenshows. Op een dag wordt hem gevraagd om een groep artsen met zijn boot af te zetten in buurland Myanmar, waar zij medische hulp willen bieden aan de arme bevolking, die zucht onder de militaire dictatuur. Rambo raadt het hen stellig af, maar laat zich de volgende dag toch ompraten door de blondine van het stel. Ze dalen de rivier af, en op een gewelddadig incidentje na levert Rambo ze heelhuids af. Eind goed, al goed. Maar niet heus. Terug in Mae Sot wordt Rambo twee weken later gevraagd om de groep te bevrijden met behulp van een stel losgeslagen huurlingen.





Net als in de drie voorafgaande delen wordt het vredelievende hoofdpersonage tegen zijn wil in betrokken bij een strijd die niet de zijne is. Aan deze minuscule plot is niets gewijzigd, maar helaas ook niets toegevoegd. Eigenlijk is John Rambo zelfs een sterk uitgebeende versie van de toch al niet veel om het lijf hebbende eerdere delen. Alleen is het geweld onnoemelijk veel explicieter. Als op basis van deze film niet exact dezelfde discussie losbarst als bij Mel Gibsons Apocalypto dan wordt met twee maten gemeten. Want ook hier wordt een waar gebeurde geschiedenis gebruikt als achtergrond voor een extreem bloederige film. John Rambo begint zelfs met behoorlijk onsmakelijke journaalbeelden van enkele brute moorden tijdens de dictatuur in Myanmar.




Daarmee stijgt de film iets uit boven mijn opvatting van een hersenloze actiefilm, maar in wezen dekt deze term juist exact de lading. Veel van de enorm expliciete moorden zijn helaas wel CGI, maar dat is zo knap toegepast, dat je je daadwerkelijk in een bloedbad waant, waarbij Steven Spielbergs beroemde openingsscène van Saving Private Ryan totaal in het niet valt. John Rambo is daarmee dus niet voor de tere zieltjes, en gezoend wordt er ook al niet. Dit afsluitende deel moet het dus louter hebben van de keiharde actie, die door schrijvers Art Monterastelli en Sylvester Stallone rondom een onbenullig plotje is gebreid. Minder én harder van hetzelfde vonden zij blijkbaar al goed genoeg.

(i.o.v. FilmTotaal, copyright pictures: Moonlight Films)

09 februari 2008

Berlinale Blog



Volg mijn belevenissen op de 58ste editie van het Filmfestival van Berlijn van 7 tot 17 februari op de voet via mijn Berlinale Blog op FilmTotaal!